Op 19 februari is de koets van de Peugeot 504 cabriolet naar de straler gegaan. Die heeft hem zorgvuldig ontdaan van alle roestbronnen die zich in het metaal hadden genesteld, en hem daarna direct in de rode primer gespoten om hem te beschermen tegen schadelijke invloeden van buitenaf. Eind maart kregen we de koets terug en zag hij eruit als op bovenstaande foto.
In afwezigheid van de koets heb ik de deuren, het kofferbakdeksel en de motorkap ontdaan van verf en plamuur. Dat wil zeggen dat ik met behulp van een sterk afbijtmiddel eerst de verf en de plamuurlagen daaronder heb afgebeten en -gekrabd, en daarna geschuurd. Alle onderdelen worden op deze wijze zo schoon mogelijk aangeleverd aan de straler.
Er wordt ons weleens gevraagd waarom de lak en plamuurlagen er niet door de straler worden afgestraald. Dat zou toch een hoop tijd (en dus geld) besparen. Het probleem daarbij is dat je, om alle lagen eraf te stralen, dan zo lang op 1 plek moet stralen dat het metaal warm wordt en gaat vervormen. De auto komt er dan uit te zien alsof hij in een hagelbui met reuzenhagelstenen heeft gestaan, en dat is niet meer te herstellen.
Alle werkzaamheden tot nu toe leken de auto eerder slechter dan beter te maken. Dat hoort erbij. Maar vanaf nu zullen de werkzaamheden aan de Peugeot 504 cabriolet opbouwend zijn. Benno is bezig met het plaatwerk terwijl ik alle kleine onderdeeltjes uitzoek, waar mogelijk vervang door nieuw, en anders weer als nieuw maak. Daarvan heb ik geen foto’s, want die zijn niet zo interessant. Het plaatwerk des te meer, en dat levert onderstaande beelden (met toelichting) op:
Klik op een foto voor een vergroting.